RECENSIE uit de Nieuwe Dockumer Courant door RENNIE VEENSTRA
FOTO: JAN VAN EMPEL
Zang ‘Sola Gratia’ jubileumconcert waardig
DOKKUM – Al tien jaar lang geven organist Auke de Boer en het vrouwenkoor ‘Sola Gratia’ uit Uithuizermeden samen een concert in de Dokkumer zomeravondserie. Het tweede lustrum van het koor werd vrijdagavond 24 juni in de Grote Kerk gevierd met drie uitgebreide koorcomposities, afgewisseld door orgelspel.
Hoewel Auke de Boer meteen goed in het zadel zat met de door hem uitstekend geregistreerde ‘Toccata Prima’ van Johann Speth (1664 – 1719), die hij in alle facetten technisch en muzikaal recht deed, moest het koor even op gang komen met het ‘Ave Verum’ van Francis Poulenc (1899 – 1963). Dirigent Ties Molenhuis en pianiste Ellen Dijkhuizen deden er alles aan om de zangeressen van dienst te zijn, maar een en ander kon niet verhinderen, dat de stemmen wat onvast klonken.
Gelukkig revancheerde het koor zich later volledig, zodat er geen sprake was van een domper op de feestvreugde.
Werkelijk prachtig werden de ‘Three Children Songs’ van de Poolse componist Witold Lutoslawski (1913 – 1994) gezongen. De Engelse teksten waren goed verstaanbaar, de pianodrive sloeg over op de zang en het vlechtwerk van instrumentale en vocale ritmes en motieven maakte elk lied tot een juweel.
Ook de ‘Six Choruses opus 15’ van de Russische componist Sergei Rachmaninov(1873 – 1943) kregen een prima vertolking. De componist, zelf een voortreffelijk pianist, schreef de koorstukken zodanig, dat de pianopartij daarin meer dan een belangrijke bijrol heeft. Een gemakkelijke partij is het bij gevolg niet, al draait een pianiste als Ellen Dijkhuizen daar haar hand niet voor om.
Ellen bepaalde voorafgaande aan elk stuk, Russisch van tekst en dus helaas niet te volgen of te begrijpen, de juiste sfeer middels een langer of korter voorspel en leidde samen met de dirigent de koorleden door dynamische schakeringen, tempowisselingen en veel harmonische hoogstandjes heen.
De koorstukken lieten aan het einde van het concert een onuitwisbare indruk achter en deden bijna vergeten, hoe vaardig Auke de Boer zijn orgelintermezzi eerder die avond uitvoerde. Zijn weergave van ‘The Queenes Alman’van William Byrd (1543 – 1623) was, ondanks de vele snelle passages, rustig en beheerst en zijn interpretatie van ‘Sonata nummer 10 ’van Philip Pool (achttiende eeuw) kenmerkte zich door sprankeling en virtuositeit in de hoekdelen en een milde aanpak in het middendeel.
Genoemde manualiter composities speelde de organist op het koororgel, waarvan hij de klankkleuren ten volle benutte.