Recensie in de Ommelander courant 16/17 januari 2017
Bekijk hier het volledige artikel in de Ommelander Courant: Recensie Ommelander Courant Wishing Well
De tekst van de recensie vindt u hieronder
JUBILEUMCONCERT SOLA GRATIA VALT IN DE SMAAK
UITHUIZERMEEDEN – In een goed, maar waarschijnlijk door het slechte weer niet geheel gevulde kerkruimte in Het Anker in Uithuizermeeden heeft het vrouwenkoor Sola Gratia, onder leiding van dirigent Ties Molenhuis, zaterdagavond een prachtig jubileumconcert gegeven.
door Eddy Mul
Voorzitter Marijke Romkema opende de avond door te memoreren aan 16 december 1966, de dag waarop het koor werd opgericht. Leden gingen en kwamen sinds die tijd, de muziek veranderde, maar wat bleef was het grote plezier in het zingen. En dirigent Ties Molenhuis is sinds 35 jaar aan dit koor verbonden.
Het koor voerde voor de pauze prachtig getoonzette liederen uit van Edward Elgar (1857-1934) en van de hedendaagse componisten Antognini, Arnesen, DeWald en Whitacre. Het koor begon met drie liederen van Elgar, waarin niet alleen de verschillende jaargetijden werden bezongen en muzikaal vormgegeven, maar tevens thema’s als de liefde en het sterven worden uitgedrukt. Het koor wist de erbij horende emoties heel goed tot uitdrukking te brengen, met grote tegenstellingen tussen opgewekt en droevig. Pianiste Ellen Dijkhuizen begeleidde daarbij het koor op professionele wijze samen met een strijkersensemble, bestaande uit Anna Csukly en Márta Lovas met viool, Ilse Nieuwold met altviool en Teodora Nedyalkova met cello. In verschillende combinaties traden ze op, in samenspel met piano en koor. Dit was heel verrassend én vernieuwend om te horen en allen musiceerden prachtig. Nedyalkova en Dijkhuizen speelden als intermezzo Salut d’amour van Elgar. Dat paste goed in het programma, het was een soort Lied ohne Worte.
Daarna kwamen enkele stukken met een meer geestelijke tekst, gevolgd door Ashore at Last van F.K. DeWald. De tekst begint (vertaald) als volgt: Op deze wonderbaarlijke zee – rustig varend – Ho! Loods! Ho! De celliste begon met een inleiding op dit lied, vervolgens kwam de piano erbij en daarna het koor, dat onder andere met vol, modern klinkende akkoorden de tekst muzikaal uitdrukte.
Daarna kwam The Seal Lullaby van E. Withacre: Oh, stil maar, mijn baby, de nacht ligt achter ons. – In de uitroep ‘Oh’ liggen veel emoties opgesloten; de componist heeft dat in de partituur zo gecomponeerd dat alleen al de uitroep ‘oh’ bijna een compositie op zich wordt. Het koor liet dat heel mooi en zuiver horen. Als slot voor de pauze werden vijf Hebreeuwse liefdes liederen ten gehore gebracht. Snelle en ingewikkelde ritmen werden afgewisseld met kerkkloknabootsingen. spreekgezang, afwisseling van snel en langzaam en het eindigde in een droomachtige en betoverende sfeer. Dit was een climax van het eerste gedeelte van de avond.
Na de pauze werd eerst een compositie van J. Naverud ten gehore gebracht met de tekst “Alleen jij bent jij – Jij bent uniek in de hele wereld” Ook hier begon de cello als inleiding, gevolgd door de piano en daarna het koor. Het eindigde met een soort ‘naspel’ in de omgekeerde volgorde. Daarna kwam het lied met de titel Wishing Well (ook de titel van het hele concert) van J. Green en V. Showers Crescerz. De tekst is een gedicht van vijf coupletten van vier regels. De wens waar de titel op duidt, zit in het laatste couplet en luidt als volgt: Als ik een wens in een wensput zou mogen doen – zou ík een wereld vol harmonie wensen – Maar ik weet dat wensen alleen niet genoeg is – het moet met jou en mij beginnen. De compositie werd met verve en overtuiging ten gehore gebracht en eindigde heel zacht, toen het koor neuriënd dit stuk afsloot. De begeleiding van de strijkers en de piano was ook na de pauze van een continue kwaliteit.
Na een lied van Szymko werd een tweede intermezzo uitgevoerd, ditmaal door Anna Csukly (viool) en Ellen Dijkhuizen (piano). Het was heerlijk om tussen de moderne toonzettingen toch ook een klassieke melodie van C.W. von Gluck te horen. Daarna kwam het slotgedeelte. Eerst werd Tundra van O. Gjello vertolkt. Het voltallige strijkkwartet nam aan de uitvoering deel. Eigentijdse klanken en akkoordformaties, die de tekst uitbeelden, werden trefzeker uitgevoerd in een evenwichtige klankverhouding tussen koor en orkest.
Het slotstuk van de avond was een combinatie van koor, orkest en beeld in het stuk van Gjello: Song of the Universal. Aan de wand werden beelden getoond van indrukwekkende bergketens, wolkenluchten, vergezichten en dergelijke. Deze beelden horen ook echt bij het muziekstuk. De muziek gaat over de schepping en het heelal, want het koor zingt onder andere de volgende tekst: In onze uitgestrekte aarde, – ligt te midden van immense ruwheid en sintels -beschut en veilig binnen in de kern – het zaad Volmaaktheid verborgen. Een componist componeert muziek bij een tekst die een koor uitvoert. Maar tevens zijn in opdracht van de componist ook beelden bij deze tekst gezocht en krijgt het publiek drie dingen tegelijk verwerken, namelijk tekst, muziek en beeld. Het was een indrukwekkend slot van een prachtige avond. Het publiek toonde zijn erkenning door een staande ovatie, waarna een gedeelte van het slotstuk als toegift nogmaals ten gehore werd gebracht.